Het land bracht vegetatie voort: kruiden die zaad voortbrachten naar zijn soort, en de fruitboom die vrucht droeg, van wie het zaad erin was, naar zijn soort. En God zag dat het goed was.
![]() |
Strong
H3318 – H776 – H1877 – H6212 –H2232 – H2233 – H4327 – H6086 – H6213 – H6529 – H834 – H4327 – H7200 – H430 – H3588 – H2896 |
Concordant Literal Version (second revision)
Engels | Vertaling |
The land brought forth vegetation: herbage yielding seed according to its kind, and the fruit tree bearing fruit, whose seed is in it, according to its kind. And Elohim saw that it was good. | Het land bracht vegetatie voort: kruiden die zaad voortbrachten naar zijn soort, en de fruitboom die vrucht droeg, wiens zaad erin was, naar zijn soort. En Elohim zag dat het goed was. |
Concordant Literal Version 2003
Engels | Vertaling |
And forth is the land bringing verdure; herbage seeding seed for its from-kind, and for its likeness, and the fruit tree whose seed is in it, yielding fruit for its from-kind, on the land. And seeing is the Elohim that it is good. | En voorts brengt het land groen; kruidenzaden zaaigoed voor zijn van-soort, en voor zijn gelijkenis, en de fruitboom waarvan het zaad daarin is, die vrucht voor zijn van-soort op het land voortbrengt. En zien is de Elohim dat het goed is. |
King James
Engels | Vertaling |
And the earth brought forth grass, and herb yielding seed after his kind, and the tree yielding fruit, whose seed was in itself, after his kind: and God saw that it was good. | En de aarde bracht voort gras en kruid zaaddragend naar zijn aard, en de boom die vrucht bracht, wiens zaad in zichzelf was, naar zijn aard; en God zag dat het goed was. |
Das Konkordante Neue Testament (KNT)
Duits | Vertaling |
Statenvertaling
En de aarde bracht voort grasscheutjes, kruid zaadzaaiende naar zijn aard, en vruchtdragend geboomte, welks zaad daarin was, naar zijn aard. En God zag, dat het goed was. |
Herziene Statenvertaling
En de aarde bracht groen voort, zaaddragend gewas naar zijn soort en bomen die vrucht dragen waarin hun zaad is, naar hun soort. En God zag dat het goed was. |
Naardense bijbel
En het land brengt al wat groen is naar buiten, gewas dat zaad zaait naar zijn verschil en geboomte dat vrucht maakt met daarin zijn zaad, naar zijn verschil; God ziet het aan: ja, het is goed! |
Versverwijzingen
Opmerkingen