Toen liet de Here God een verdoving over Adam vallen, zodat hij in slaap viel. Hij nam één van zijn ribben en sloot de plaats toe met vlees.
![]() |
Strong
H3068 – H430 – H8639 – H5307 – H5921 – H121 – H3462 – H3947 – H259 – H4480 – H6763 – H5462 – H1320 – H8478 |
Concordant Literal Version (second revision)
Engels | Vertaling |
Then Yahweh Elohim caused a stupor to fall on the human. While he was sleeping, He took one of his angular organs and closed up the flesh over its place. | Toen veroorzaakte Yahweh Elohim een verdoving op de mens. Terwijl hij sliep, nam Hij een van zijn hoekige organen en sloot het vlees over zijn plaats. |
Concordant Literal Version 2003
Engels | Vertaling |
And falling is a stupor on the human, caused by Yahweh Elohim, and he is sleeping. And taking is He one of his angular organs and is closing the flesh under it. | En vallen is een verdoving voor de mens, veroorzaakt door Yahweh Elohim, en hij slaapt. En hij neemt een van zijn hoekige organen en sluit het vlees eronder. |
King James
Engels | Vertaling |
And the LORD God caused a deep sleep to fall upon Adam, and he slept: and he took one of his ribs, and closed up the flesh instead thereof; | En de HERE God deed een diepe slaap op Adam vallen, en hij sliep; en hij nam een van zijn ribben en sloot in plaats daarvan het vlees toe; |
Das Konkordante Neue Testament (KNT)
Duits | Vertaling |
Statenvertaling
Toen deed de HEERE God een diepen slaap op Adam vallen, en hij sliep; en Hij nam een van zijn ribben, en sloot derzelver plaats toe met vlees. |
Herziene Statenvertaling
Toen liet de HEERE God een diepe slaap op Adam vallen, zodat hij in slaap viel; en Hij nam een van zijn ribben en sloot de plaats ervan toe met vlees. |
Naardense bijbel
Dan laat de Ene, God, een verdoving vallen over de –rode– mens zodat die inslaapt; hij neemt een van zijn zijden en sluit met vlees de plek daarvan af. |
Versverwijzingen
Opmerkingen
NBG: Toen deed de Here God een diepe slaap op de mens vallen; en terwijl deze sliep, nam Hij een van zijn ribben en sloot haar plaats toe met vlees. HB: Toen liet de Here God Adam in een diepe slaap vallen, nam een rib uit zijn lichaam en sloot de plaats waaruit Hij de rib had genomen WV: Toen liet Jahwe God de mens in een diepe slaap vallen; en terwijl hij sliep, nam Hij een van zijn ribben weg en zette er vlees voor in de plaats. |